Nieuwe wettelijke verplichtingen voor verenigingen en stichtingen
Vanaf 1 juli 2021 moeten alle verenigingen en stichtingen in Nederland voldoen aan de nieuwe wet WBTR, de Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. Het is belangrijk hierop voorbereid te zijn. Het is wel wat werk om dit goed te doen. In de nieuwe wet zit een uitbreiding van de aansprakelijkheid van bestuursleden. De wet gaat echter vooral over de kwaliteit van besturen en raakt daarmee de volledige organisatie.
De reikwijdte van de wet is veel groter dan alleen het aanpassen van statuten. Dat is echt onvoldoende. De wet stuurt op het verbeteren en vastleggen van basisregels voor bestuur en toezicht en is bedoeld om zaken als wanbestuur, onverantwoordelijk financieel beheer, zelfverrijking van bestuurders, misbruik van posities, fraude en andere ongewenste activiteiten (die zelfs tot faillissement kunnen leiden) te voorkomen. De rol van het toezicht wijkt duidelijk af van de verplichtingen voor verenigingen en stichtingen tot nu toe.
Om het verenigingen en stichtingen gemakkelijk te maken om aan de wet te voldoen, heeft een aantal organisaties samengewerkt. De Taekwondo Bond Nederland heeft zich als partner aangesloten bij dat collectief zodat de bij haar aangesloten taekwondoclubs ook gebruik kunnen maken van dat voorwerk en een korting van 60% op de standaardprijs kunnen krijgen. Je gebruikt daarvoor de kortingscode TaekwondoWBTR.
Alles informatie is te vinden op: https://wbtr.nl/partner/taekwondo/
Nieuwe wet voor alle verenigingen en stichtingen die ingaat op 1 juli 2021
Wat houdt de WBTR in?
De WBTR verandert een aantal regels voor bestuurders en toezichthouders van verenigingen en stichtingen. Hieronder een kort overzicht van een aantal belangrijke wijzigingen:
Taakvervulling
In de wet wordt opgenomen dat bestuurders zich “bij de vervulling van hun taak richten naar het belang van de vereniging of stichting en de met haar verbonden organisatie”. Dat betekent simpel gezegd dat je als bestuurder altijd het belang van de vereniging of stichting in je achterhoofd moet houden.
Als het doel van een vereniging of stichting bijvoorbeeld is “het beoefenen en bevorderen van de taekwondosport” dan is het niet in het belang van de vereniging of stichting wanneer je als bestuur besluit de dojang zo maar om te bouwen tot een biljartzaal. Ook is het niet in het belang van de vereniging of stichting om als bestuurder veel geld uit te geven, terwijl de vereniging of stichting het juist financieel moeilijk heeft.
Stemrecht
De WBTR bepaalt dat je als bestuurder nooit meer stemmen mag uitbrengen dan de overige bestuurders tezamen. Het mag dus niet zo zijn dat één bestuurder vier stemmen mag uitbrengen en de overige drie bestuurders allemaal maar één. Dan kan de bestuurder met vier stemmen eigenlijk altijd het beleid alleen bepalen. Dat mag niet meer. Controleer dus in de statuten hoe de stemverhouding binnen het bestuur is geregeld.
Als de statuten wel een stemverhouding hebben die niet meer is toegestaan, dan is die regeling nog geldig tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de WBTR óf het moment dat je je statuten aanpast (het ligt er dus aan wat eerder gebeurt).
Belet en ontstentenis
De statuten moeten voortaan een bepaling bevatten voor situaties dat er sprake is van belet/ontstentenis van alle bestuurders (het gehele bestuur). Dat is belangrijk, want als er (even) geen bestuur is, kunnen er ook geen besluiten worden genomen en staat de vereniging of stichting als het ware stil. Belet en ontstentenis zijn juridische begrippen. Belet betekent dat je tijdelijk je functie als bestuurder niet kan of mag uitoefenen. Bijvoorbeeld omdat je bent geschorst, ziek bent of voor een lange periode in het buitenland zit. Je kunt dan als bestuurder een tijdje je functie niet uitoefenen, maar de verwachting is wel dat je dit op een gegeven moment weer wel kunt. Bij ontstentenis ontstaat er echt een vacature. Bijvoorbeeld omdat de bestuurder is afgetreden, ontslagen of is overleden. Deze bepaling moet in de statuten worden opgenomen bij de eerstvolgende statutenwijziging. Dit hoeft dus niet al voor 1 juli 2021, maar dat kan ook pas volgend jaar (of later).
Aansprakelijkheid bij faillissement
De WBTR geeft regels voor aansprakelijkheid van bestuurders van verenigingen en stichtingen in geval van faillissement wegens onbehoorlijke taakvervullingen. Dit betekent dat als de vereniging of stichting failliet gaat en aannemelijk is dat een belangrijke oorzaak hiervan is dat het bestuur zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld, men dan persoonlijk en hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het tekort in faillissement.
Men kan als bestuurder aansprakelijk worden gehouden als men er simpel gezegd een grote puinhoop van maakt en men zich niet gedraagt zoals van een bestuurder verwacht mag worden en de vereniging of stichting hierdoor schade lijdt. In juridische termen moet dan sprake zijn van een “ernstig verwijt”. Wanneer daar sprake van is, hangt af van de omstandigheden van het geval. Dat kan in elke situatie dus anders zijn. Maar het moet echt gaan om ernstige fouten. Voorbeelden uit de praktijk die kunnen zorgen voor een grond van persoonlijke aansprakelijkheid zijn het handelen in strijd met de statuten of de wet, het indien verplicht niet deponeren van de jaarstukken, het niet goed op orde hebben van de financiële administratie, het aangaan van verplichtingen waarvan bekend is dat de vereniging of stichting die niet kan nakomen en ongerechtvaardigde persoonlijke verrijking. Ook is het belangrijk om te weten dat een bestuur in zijn geheel hoofdelijk aansprakelijk is. Dus als een medebestuurder zich bijvoorbeeld schuldig maakt aan een van deze dingen en andere bestuurders weten dit maar grijpen niet in, dan kunnen zij ook hoofdelijk aansprakelijk worden gehouden. Men moet als medebestuurder dus ingrijpen bij misstanden!
Men is als bestuurder niet zomaar aansprakelijk. Als men zich als bestuurder houdt aan de wet en de statuten, in het belang van de vereniging of stichting handelt en zich gedraagt zoals van een normaal bestuurder mag worden verwacht, dan is het risico op persoonlijke aansprakelijkheid in principe te overzien. Wel is het dus heel belangrijk dat een bestuur goed weet wat – op grond van de wet en de statuten – de taken en verplichtingen zijn en waar men op moet letten.
Tegenstrijdig belang
Soms heeft een bestuurder een (privé)belang dat botst met het belang van de rechtspersoon. Bijvoorbeeld als een clubgebouw verbouwd moet worden en een bedrijf van een bestuurder één van de bedrijven is waar de vereniging of stichting mee zou willen samenwerken. Er ontstaat dan een dilemma. Bij de bestuurder speelt naast het belang van de vereniging of stichting (een goede verbouwing tegen een redelijke prijs) namelijk ook een eigenbelang (inkomen).
Op grond van de WBTR gaat voor deze situaties van een “tegenstrijdig belang” een regeling gelden dat de geconflicteerde bestuurder niet mag meedoen aan de beraadslaging en besluitvorming over het relevante onderwerp. Deze bestuurder mag dus niet meebeslissen. De overige bestuurders kunnen dan gewoon het besluit nemen. Als hierdoor geen besluit kan worden genomen – omdat de statuten bijvoorbeeld bepalen dat er ten minste drie bestuurders nodig zijn en dit aantal nu niet wordt gehaald – dan neemt de algemene ledenvergadering het besluit, tenzij de statuten anders bepalen. Als bestuur moet je goed in de statuten kijken wat er nu is bepaald over het tegenstrijdig belang. Als daar iets in is bepaald dat anders is dan de nieuwe regeling in de WBTR, dan geldt die regeling na 1 juli 2021 niet meer. Ook zullen de statuten dan, bij de eerstvolgende statutenwijziging, aangepast moeten worden. Als niets specifieks is bepaald over tegenstrijdig belang dan is geen aanpassing van de statuten nodig.
Als bestuur is het goed om met elkaar te bespreken wanneer men denkt dat sprake is van tegenstrijdig belang. Of daarvan sprake is, moet namelijk van geval tot geval worden bekeken. Het is in ieder geval goed om het er met elkaar over te hebben, zodat een bestuurder zich vrij voelt om het te melden als hij/zij denkt dat een tegenstrijdig belang zich voordoet. Ook is het heel belangrijk dat je ernaar handelt! Als je namelijk als bestuur een besluit neemt terwijl er sprake is van tegenstrijdig belang van één van de bestuursleden, dan is het besluit vernietigbaar. Dat betekent dat derden het besluit ongedaan kunnen maken.
Zodra de WBTR in werking is getreden , moeten de statuten bij de eerstvolgende statutenwijziging in de volgende twee gevallen aangepast worden:
De statuten bevatten nog geen bepaling over de wijze waarop in de taken en bevoegdheden wordt voorzien ingeval van ontstentenis of belet van alle bestuurders.
De statuten bevatten nog een bepaling die inhoudt dat een bestuurder méér stemmen kan uitbrengen dan alle andere bestuurders bij elkaar. Als zo’n bepaling in de statuten staat, is deze tot uiterlijk 5 jaar na inwerkingtreding van de WBTR geldig (of de eerstvolgende statutenwijziging).
Let op dat dit niet vóór 1 juli 2021 hoeft te gebeuren. De kans is groot dat de statuten aangepast moeten worden, maar dat hoeft pas te gebeuren bij de eerstvolgende statutenwijziging. Dat kan dus ook pas over een paar jaar.
Hoofdelijke, persoonlijke aansprakelijkheid van bestuursleden
Een belangrijk onderdeel van de WBTR is de persoonlijke, hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuursleden. Voorheen was men ook al aansprakelijk, maar de wet is strenger geworden. Er vallen meer zaken onder die aansprakelijkheid. Als er wat misgaat binnen de vereniging of stichting, kan men persoonlijk aansprakelijk worden gesteld. Ook voor daden van medebestuursleden. Bij financiële transacties kan dat grote persoonlijke gevolgen hebben. Daarbij maakt het niet uit of men een betaalde bestuurder is of een vrijwilliger.
Geen groot probleem mits je de WBTR goed regelt … 10 stappen
Het is voor verenigingen en stichtingen heel onprettig als niemand meer bestuurslid durft te worden of te blijven vanwege dit aspect van de wet.
Angst is helemaal niet nodig. Het is niet zo ingewikkeld om problemen te voorkomen. Maar het gaat niet vanzelf. Je moet als bestuur met elkaar afspreken hoe je binnen vereniging of stichting besluiten neemt. Hoe je omgaat met zaken die financiële gevolgen hebben. Hoe besluitvorming is geregeld als het bestuur niet compleet is. Hoe je omgaat met tegenstrijdig belang. De wet heeft 10 onderdelen die aandacht nodig hebben.
Het WBTR-stappenplan helpt je daarbij. Daarin staat wat in bepaalde situaties wel en niet mag. Allemaal uitgelegd in begrijpelijke taal en met een uitlegvideo per onderdeel.
Handelwijze vastleggen
Vervolgens is het van belang de gemaakte afspraken vast te leggen: zo doen we dat binnen onze vereniging of stichting. Dat vastleggen doe je in het online werkboek in het WBTR-stappenplan.
Voorbeeldteksten helpen je daarbij. Die opgeslagen informatie is handig als leden of anderen erom vragen. Ze stelt toekomstige bestuursleden ook gerust. Ze zien meteen: hier wordt goed omgegaan met aansprakelijkheid.
Hoofdelijke, persoonlijke aansprakelijkheid, van bestuursleden.
In drie uur met 10-stappenplan greep op nieuwe wet
Met behulp van het WBTR-stappenplan is het mogelijk in circa drie uur alle onderdelen van de nieuwe Wet bestuur en toezicht rechtspersonen – per 1 juli 2021 verplicht – te implementeren in de vereniging of stichting en te besparen op juridische kosten. Dat is mogelijk door de samenwerking van deskundigen in de wereld van verenigingen en stichtingen.
Het stappenplan geeft informatie en voorziet in de invulling van de nieuwe wettelijke verplichtingen: binnen het bestuur bespreken van de bestuurlijke gang van zaken, het borgen van de financiën en het zekerstellen van het democratisch proces. Dit alles met als doel de kwaliteit van de processen binnen de vereniging/stichting te verbeteren en bestuursleden bewust te maken van de gewijzigde aansprakelijkheid. Zo kunnen bestuursleden aansprakelijk worden gesteld voor besluitvorming, ook als ze er zelf niet direct bij betrokken waren. Om risico’s te vermijden, is het gewenst procedures binnen de organisatie goed te bespreken, te omschrijven en vast te leggen. Dat alles vergt ongeveer drie tot vier uur, leert de ervaring. Als alle stappen zijn doorlopen, is een goede basis ontstaan waarmee op een later moment de statuten kunnen worden aangepast. Mochten er gaandeweg juridische vragen zijn, staan medewerkers van de juridische helpdesk klaar om die te beantwoorden. Voor deze dienstverlening worden geen extra kosten in rekening gebracht.
Meer informatie over het stappenplan op www.wbtr.nl
10-stappen om de WBTR goed te regelen.
Gebruik de kortingscode TaekwondoWBTR voor 60% korting.
Het stappenplan leidt bestuursleden op begrijpelijke wijze langs alle verplichtingen van de nieuwe wet. In de online-omgeving kunnen alle regels en afspraken binnen de vereniging of stichting worden vastgelegd in online werkboeken. Voorbeeldteksten helpen daarbij. Op deze manier komt men tegemoet aan de eisen van de wet om invulling te geven aan het goed besturen van de organisatie. De kosten voor het totale programma, met inbegrip van werkboeken en een helpdesk voor juridische vragen, zijn beperkt. De korting maakt het gebruik extra aantrekkelijk. Het WBTR-programma maakt (duur) juridisch advies onnodig. Door de WBTR zullen waarschijnlijk ook de verenigingsstatuten moeten worden aangepast. De gegevens in de werkboeken maken het voor de notaris eenvoudiger statuten op te stellen of te controleren. Dat zal ook schelen in de kosten.
Webinars over verplichtingen door nieuwe wet
Wat de WBTR in de praktijk voor bestuursleden van verenigingen en stichtingen betekent en wat zij moeten regelen, wordt uitgelegd tijdens informatieve, gratis webinars.
Wbtr.nl verzorgt de webinars. Hierin werkt een groot aantal koepelorganisaties en verenigingen samen. Door krachten te bundelen, kunnen kleine verenigingen en stichtingen profiteren van de kennis bij andere. In een uur krijgen deelnemers inzicht in de gevolgen van de nieuwe wet.
In de webinars wordt uitgelegd wat het WBTR-stappenplan inhoudt en hoe verenigingen en stichtingen ervan gebruik kunnen maken.
Deelname aan de webinars is gratis, maar aanmelding is noodzakelijk. Er zijn verschillende data waarop de webinars plaatsvinden.
Data en aanmelding via https://wbtr.nl/actueel/webinars-bijeenkomsten
Meld je aan voor een WBTR-webinar (kosteloos) op wbtr.nl
Invulsessies voor verenigingen/stichtingen die kiezen voor optimaal gemak
WBTR.nl biedt verenigingen en stichtingen de helpende hand als zij wél aan alle eisen van de nieuwe wet WBTR willen voldoen, maar daar niet veel tijd, energie en geld aan willen besteden. Tijdens zogeheten invulsessies krijgen ze hulp bij het doorlopen van het speciaal ontwikkelde stappenplan.
Deskundigen nemen de deelnemers aan de hand langs alle verplichtingen die voortvloeien uit de wet. Alle 10 stappen komen aan bod. Tijdens de invulsessie kan het meeste werk worden gedaan, zoals invullen van het werkboek. Na afloop kan het geheel dan worden besproken in de eerstvolgende bestuur bijeenkomst. De invulsessies vinden ‘coronaproof’ plaats via Zoom. Per keer kunnen tien verenigingen of stichtingen deelnemen, zodat er voor iedereen voldoende aandacht is en mogelijkheden tot vragenstellen.
De invulsessies zijn bedoeld voor bestuursleden of medewerkers die hun vereniging of stichting voor 1 juli 2021 willen laten voldoen aan de nieuwe wettelijke verplichtingen. Voor meer informatie over data en mogelijkheden, zie www.wbtr.nl/invulsessies