Nieuws

Je bent hier:

Sparring: hoe kijkt men bij danexamens?

Als er één onderdeel van taekwondo is, waar de meeste aandacht naar uit gaat, dan is dat natuurlijk sparring. Elke vechtsport/-kunst heeft het onderdeel tweegevecht in haar programma, vaak als wedstrijdsport. Judo en taekwondo zijn de enige twee (oosterse) vechtsporten, die zich een Olympische sport mogen noemen, uiteraard met het onderdeel sparring. Het is niet meer dan logisch dat sparring deel uitmaakt van examens, zowel geupexamens als danexamens. Toch gelden voor sparring op danexamens andere regels, of beter gezegd, criteria, dan bij sparringwedstrijden.

Ed Boers (7e dan) maakt deel uit van de Technische Commissie, die zich bezighoudt met de eisen en gang van zaken rondom de danexamens. Ed Boers is portefeuillehouder van Reglementering en Scholing. Hij licht toe: “Bij het danexamen gaat het er niet om of je de sparringspartij op het examen wint of verliest. Bij een wedstrijd kan je winnen door steeds alleen met het voorste been dolleyo te scoren. Dat is perfect op een toernooi, maar niet bij een danexamen. Aan de andere kant, maak je tijdens je danexamen veel verschillende schoptechnieken, maar schop je geen enkele techniek raak, wat bij een wedstrijd zou inhouden dat je je partij verliest, dan is dat voor een danexamen ook niet goed. Je moet namelijk wel gericht kunnen schoppen, met andere woorden, bij je sparringspartij op het danexamen moet je toch echt wel een paar keer raak schoppen.”

“Sparring moet volgens het wedstrijdreglement worden uitgevoerd”

Het danexamenreglement (te downloaden van de TBN website) geeft enigszins aan wat de eisen op het danexamen zijn: “Er dient bij chayu taeryon (vrij sparren) gebruik te worden gemaakt van meerdere voorkomende traptechnieken in zowel de aanvallende situatie als in de verdedigende situatie en het overnemen van een aanvallende techniek van de partner (het counteren). Onder meerdere voorkomende traptechnieken wordt onder andere verstaan ap-chagi, dolleyo-chagi, dwit-chagi, naereyo-chagi, yop-chagi, momdolleyo-chagi.”

Ed Boers vervolgt: ”Naast deze omschrijving geldt ook dat sparring volgens het wedstrijdreglement moet worden uitgevoerd. Dat betekent natuurlijk welke technieken wel of niet mogen, maar ook welke delen van het lichaam wel of niet mogen worden geraakt. Je partner moet zich daar ook bewust van zijn; een trap tegen het hoofd kan voorkomen, daar moet je op zijn ingesteld. Maar wat ook in het wedstrijdreglement staat, heeft betrekking op etiquette en uitrusting. Dus groeten zoals het hoort en de juiste beschermers dragen.”

Over het danexamenreglement weet Ed Boers nog een tipje van de sluier op te lichten: “Momenteel zijn we bezig met een nieuwe versie van het reglement. Die nieuwe versie is nog niet definitief en uiteraard ook nog niet geaccordeerd, dus, hoewel het op komst is, kan/mag ik er nog weinig over zeggen. In het algemeen kan ik wel zeggen dat de eisen worden aangescherpt. Daarmee bedoel ik dat we ons erop richten dat in het nieuwe reglement iets duidelijker zal zijn verwoord wat de eisen en verwachtingen zijn. Maar totdat het nieuwe reglement er is, baseren we ons op het huidige reglement.”

“Op het danexamen gaat het erom dat je laat zien dat je het spelletje snapt”

Over ontwikkelingen zegt Ed Boers verder: “De laatste 10/15 jaar heeft het moderne sparren zich op een manier ontwikkeld, wat velen minder aantrekkelijk vinden. De TBN en WT zijn zich daarvan bewust en passen regels aan met het doel het taekwondo sparren weer aantrekkelijker te maken. Voor je danexamen is het belangrijk dat je op de hoogte bent van de regels van dat moment, zodat je sparringspartij op het danexamen aan die regels voldoet.”

Ed Boers vat het nog even samen: “Op het danexamen gaat het erom dat je laat zien dat je het spelletje snapt. Je moet bewegen, niet stilstaan. Je moet aanvallend kunnen vechten, maar ook in de counter. Dat betekent dat ook je partner wel degelijk moet aanvallen. Maar je partner moet ook tegengas geven. Een partner die niet veel doet, kan er de oorzaak van zijn dat je sparringspartij onvoldoende wordt beoordeeld, hoe goed je zelf ook kunt sparren. Ten slotte willen we variatie in technieken zien, combinaties en dat je beide benen gebruikt.”

Tekst: redactie TBN – Edwin van Beek

Gerelateerd nieuws