Taekwondo komt uit Korea, Karate komt uit Japan, Kung-Fu komt uit China en zo zijn er nog vele andere vechtkunsten uit het Verre Oosten op te noemen. Hoewel Europa ook vechtkunsten kent (denk aan boksen, worstelen, schermen, savate, pankration), werden de Oosterse vechtsporten een hype in de jaren ’70 van vorige eeuw, vooral door de vechtfilms uit die tijd. Velen van jullie waren er nog niet toen Bruce Lee zijn films maakte, maar iedereen weet wie Bruce Lee is. Ook uit die tijd kwam Jackie Chan, die nog steeds films maakt.
Rond die tijd werd Taekwondo steeds populairder, onder andere omdat vanuit Korea heel veel werd gedaan aan promotie van en de organisatie rondom Taekwondo. Zo kwamen Koreaanse meesters naar het Westen. Deze meesters beheersten die spectaculaire technieken uit de films ook!
Iedereen die de films zag, werd enthousiast en wilde een vechtsport gaan doen. En Taekwondo was en is de beste keus! Immers, het meest spectaculaire uit die films waren de flying kicks, de gesprongen trappen. Dat is uiteraard de specialiteit van Taekwondo, de vechtsport met de meeste aandacht voor beentechnieken.
Mooie uitlaatklep
Wie waren die enthousiastelingen? Grotendeels waren dat pubers. Uiteraard ook volwassenen, maar als je op de middelbare school zit en je krijgt regels van thuis en school, dan is Taekwondo een mooie uitlaatklep met een uitdaging, waarin je je grenzen kunt verleggen. Daar komt bij dat, in die tijd, vechtsport ook wel wat rebels aanvoelde. Immers, sparring is vechten. Maar wel volgens regels. In die vechtfilms kwam namelijk ook iets anders uit het Oosten mee, iets dat in het Westen een beetje aan het verwateren was: respect en discipline. Door Taekwondo te trainen met het doel lenig en snel te zijn en de techniek te hebben om planken te breken, ben je bewust of onbewust bezig jezelf te verbeteren door door te zetten, niet op te geven en je te houden aan de etiquette die in de dojang geldt.
Dat rebelse en het mogen vechten gaf in die begintijden ook een slecht imago aan vechtsporten. Daarom zag je toen geen jonge kinderen vechtsport doen. Gelukkig is dat de afgelopen tientallen jaren positief veranderd. Veel ouders zien nu de opvoedkundige waarden van vechtsport in; ook door het respect en discipline dat bij Taekwondo hoort. Bedenk ook dat bij Taekwondo veel meer aandacht bij het voorkomen van blessures ligt, juist om dat het een sport is, waarbij het krijgen van een blessure bij de sport hoort. Dat klinkt misschien vreemd, maar bij een sport als voetbal leer je bijvoorbeeld niet hoe je een trap moet blokken.
Sparring kan pijnlijk zijn
Tegenwoordig wordt Taekwondo door iedere leeftijdscategorie beoefend. En de meesters van nu zijn die jongens en meiden van toen! Ook kan Taekwondo veel meer recreatief worden getraind. Vroeger waren alle scholen wedstrijdgericht. En sparring kan pijnlijk zijn. Daarvoor moet je een bepaalde mentaliteit hebben. Nu kan het en is het voor velen leuk genoeg om Taekwondo te beoefenen, zonder per se wedstrijden te hoeven doen; tijdens trainingen trappen op kussens en taegeuks/poomsae lopen en zo je techniek, snelheid, lenigheid, coördinatie en conditie verbeteren; en natuurlijk een keer de zwarte band halen. Zo zie je dat de twintigers/dertigers van toen, die Taekwondo met sparringwedstrijden erbij net even te risicovol vonden, nu wel de weg naar de dojang hebben gevonden en op hun 50e, 60e en zelfs 70e enthousiast meetrainen.
Kortom, Taekwondo is een sport voor alle leeftijden geworden!
Tekst: redactie TBN – Edwin van Beek